De eerste twee dagen Nieuw-Zeeland

Virgin Australia krijgt van ons geen hoge waardering, maar bracht ons volgens planning van het warme Bali naar het trrosteloze, druilerige Christchurch. Na een eerste nacht de auto opgehaald bij Apex, waar we met de eerste Nieuw-Zeelandse regels te maken kregen: ook al staat er op een nieuw rijbewijs dat het om een drivers licence gaat moet er toch een volledig vertaald document beschikbaar zijn. Kosten: 89 Nieuw-Zeelandse dollars en een uur oponthoud...
Maar we gingen op pad.

Onze voorkeur voor water stuurde ons de eerste dag naar Akaroa, waar we met een boot van de Black Cat een tocht maakten door de baai naar de toegang van de oceaan. In deze twee uur durende tocht zagen we de zeldzame Hector dolfijnen, één enkele pinguin en een paar robben, maar ook een schitterende omgeving. Dat alles toegelicht met een prima presentatie.

Na een nacht in Ashburton gingen we het binnenland in. Eerste doel: de 'Church of the good shepard', aan de rand van het Tekapo meer. Een nietszeggend klein kerkje, maar met een schitterende ligging. Temidden van een veld wilde lupine en tegen de achtergrond van het meer is het een gewild doelwit van toeristen (met een camera natuurlijk).
Het bleef miezerig weer en de laaghangende bewolking verborg uitzicht op de eeuwige sneeuw (onder anderre Mount Cook). Daar hopen we dus dat we op de terugweg langs de westkust een beter uitzicht hebben. Het zal toch niet de hele vakantie zulk somber weer blijven?

Ook al stond er verder niet zoveel gepland is het verrassend wat je allemaal onderweg nog tegen komt. We dronken capuchino op Mount John, waar een onderzoekcentrum is van de universiteit. Omdat het helemaal boven op de berg is heb je rondom uitzicht. Schitterend!
En onderweg naar de kust reden we langs geschakelde meren met tussenin stuwdammen. Te beginnen bij de Benmore dam.
Al met al werd het dus toch een lange dag, die eindigde in Oamaru.
Morgen wordt onze uitvalsbasis Dunedin. Dan gaan we weer een stuk kust verkennen.